Liegen

Als kinderen vaak liegen is het soms moeilijk voor ouders om hen te vertrouwen. Kinderen in de basisschoolleeftijd weten wat het verschil is tussen fantasie en werkelijkheid en het verschil tussen een smoesje en een leugen vertellen.

Liegen word een probleem als het verder gaat dan een leugentje om bestwil. Wanneer er opzettelijk onwaarheden worden verteld om iemand te misleiden of te kwetsen. Het schaadt het vertrouwen.

Kinderen kunnen soms liegen om gevolgen te vermijden. Als een kind bijvoorbeeld de waarheid vertelt, maar toch zwaar of onterecht wordt gestraft dan kan het leren te liegen om straf te voorkomen.

Kinderen liegen soms ook om aandacht en goedkeuring van hun vrienden te krijgen. Soms denken zij dat anderen hen niet zullen accepteren zoals ze zelf zijn.

Uw kind laten ophouden met liegen kan moeilijk zijn als u niet zeker weet wanneer het de waarheid vertelt. Soms verklappen zij zichzelf door te gaan lachen of klopt hun verhaal niet. Vragen over wanneer, waar, wie of de volghorde van gebeurtenissen leiden vaak tot de waarheid.

Tips om liegen te ontmoedigen:

–      Praat met je kind over wat liegen is en waarom het een probleem is. En vertel uw kind dat het moet stoppen met dingen vertellen die niet waar zijn. Leg bv. kort uit welke invloed liegen op u heeft en waarom u denkt dat het een probleem vormt.

–      Vraag uw kind waarom het denkt te moeten liegen.

–      Spreek consequenties af als uw kind liegt (en voor ander ongewenst gedrag). Een passende consequentie is bijvoorbeeld dat een activiteit of privilege niet meer doorgaat zoals spelen met een vriendje of langer opblijven.

–      Geef uw kind de mogelijkheid om de waarheid te vertellen. Vraag zo nu en dan naar dingen waarvan u al op de hoogte bent. Controleer eerst de feiten en stel uw kind vervolgens een vraag als “heb je je kamer opgeruimd?”. Uw kind kan zo oefenen om de waarheid te vertellen over wat het heeft gedaan.

–      Prijs uw kind als het dingen heeft verteld die waar zijn, ongeacht of uw kind gedaan heeft wat het moest doen. U kunt uw kind dan belonen in de vorm van bv. samen een gezelschapsspelletje aan tafel, langer opblijven of avondeten laten kiezen.

–      Kom onmiddellijk in actie als u denkt dat uw kind niet de waarheid vertelt. Wacht niet op bewijs, want je kunt niet altijd bewijzen dat uw kind heeft gelogen. Negeer protesten of klachten. Ga niet in discussie, maar voer simpel weg de consequentie uit. Handel eerst het liegen af en daarna pas het probleem dat leidde tot het liegen.

Soms moet u consequenties meerder malen gebruiken voordat uw kind leert om de waarheid te vertellen.

Heeft u bovenstaande geprobeerd en/of komt u er zelf als ouder niet meer uit?

Neem dan contact op met het schoolmaatschappelijk werk van Trema.