Het sociaal-emotionele gebied, waarbinnen kinderen en leerkrachten zich bewegen is geen specifiek “vak”
dat gedoceerd moet worden. Het is een voortdurende ontwikkeling. Een ontwikkeling die nooit stil staat en nooit stil mag staan. Daarnaast is het een moeilijk terrein omdat er vaak geen pasklare onderwijsprogramma’s voor zijn, sterker nog, je zou bij elke leerling een voor hem of haar aangepast onderwijs programma moeten hebben en dat is en kan niet.
Om toch te komen tot een begeleidingsprogramma op sociaal-emotioneel gebied zijn de afgelopen jaren
de leerkrachten opgeleid tot Kanjertrainer, zodat op onze school gestart kon gaan worden met de
“Kanjertraining”
7.1.1. De Kanjertraining: groep 1 t/m 8
Binnen de Kanjertraining worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen die hun gedrag kan hebben. Ze worden niet zozeer attent gemaakt op het lijden en/of verdriet dat ze veroorzaken, maar ze krijgen te horen wat de gevolgen kunnen zijn voor hun positie binnen de groep. Deze informatie krijgen ze vooral van de groepsleden en niet zozeer van de Kanjertrainer.
(bv: Aapgedrag is heel irritant. Maar het “aapje” gedraagt zich zo omdat het van de misvatting uitgaat dat het er dan bij hoort. Het is voor dit type kind schokkend te ervaren dat kinderen geen enkele waardering kunnen opbrengen voor dit gedrag. Bovendien hebben aapjes een grondige hekel aan elkaar. Deze kinderen hebben het zeer moeilijk als ze tot het besef komen dat ze vervelend worden gevonden).
Binnen de Kanjertraining wordt ruim aandacht besteed aan het geven van kritiek en het omgaan met kritiek. De gekozen werkvormen zijn direct en zeer confronterend (en lopen in moeilijkheidsgraad op van groep 1-2 naar 8). De kinderen wordt inzicht gegeven in de gevolgen van gedrag, de gevolgen voor de ander en de dingen om hen heen, maar vooral de gevolgen voor henzelf. Ze worden geleerd te kiezen. En als je kiest, kies dan in de richting van je werkelijke bedoelingen en draai er niet om heen. Word bewust van de keuzen die je maakt. Doe je dat niet dan gaan anderen, die wel durven kiezen, voor jou je leven bepalen.
Het spreekt voor zich dat voor de uitvoering van de Kanjertraining vakmanschap vereist is. Vandaar een
uitgebreide handleiding en de speciale opleiding tot Kanjertrainer. In de training worden trainingsafspraken gemaakt:
– wij helpen elkaar;
– wij zijn te vertrouwen;
– niemand is zielig;
– niemand speelt de baas;
– niemand lacht uit.
Om van de Kanjertraining een “methode” te maken en niet een eenmalige training krijgt de training een vaste plaats in ons onderwijs. Zo wordt de training een werkwijze waarbij aangepast aan de leeftijd van de kinderen lessen in sociale vaardigheden centraal staan.
De lessen worden ondersteunt door de volgende dieren:
De Pestvogel (zwarte pet):
De pestvogel vindt zichzelf geweldig: alle anderen deugen niet en hij bepaald zelf wel wat hij doet.
De Aap (rode pet):
Het aapje probeert contact te krijgen door met de pestvogel mee te doen en overal grapje van te maken. Het aapje gedraagt zich als een vervelende malloot
Het Konijn (gele pet):
Het konijn denkt dat hij minder waard is dan anderen, is vaak bang en heeft last faalangst
De Tijger (witte pet):
De tijger of Kanjer. Een kind dat assertief maar niet agressief is en zich in allerlei situaties goed weet te handhaven, is een tijger.
Daarnaast loopt de aandacht voor de sociaal-emotionele zorg als een rode draad door het totale lesprogramma .
Er worden ook Trainingen Sociale Vaardigheden gegeven door leerkrachten die opgeleid zijn tot SOVA trainer.
De individuele SOVA trainingen worden gegeven onder schooltijd voor leerlingen uit de groepen 5 ,6,7en 8. Op deze manier kunnen we kinderen een extra handreiking geven om zich wat sterker te maken in bepaalde sociale situaties. Het is een training in een kleiner groepje in een eigen clublokaal. Dit groepje wordt samengesteld met kinderen uit verschillende groepen bestaat uit 6 tot 8 leerlingen. D.m.v. rollenspelen en oefeningen, krijgen de leerlingen inzicht hoe zij zich kunnen opstellen in diverse situaties. Omdat het een kleiner groepje is, zullen de kinderen zich sneller kunnen en durven te uiten dan bijv. bij de kanjertraining. Het is belangrijk, dat zij ervaren dat er verschillende kinderen zijn die op verschillende manieren iets moeilijk kunnen vinden. De leerlingen die in aanmerking komen worden gekozen volgens bepaalde criteria nl.:
- 1. het kind heeft geen, of zeer wisselende, vriendjes of vriendinnetjes
- 2. het kind wordt vaker geplaagd
- 3. het kind kan zich minder goed verweren tegen leeftijdgenoten
- 4. het kind heeft nogal eens ruzie en vecht regelmatig
- 5. het kind conformeert zich sterk aan anderen en laat gemakkelijk over zich heenlopen
- 6. het kind heeft een lage dunk van zichzelf
- 7. het kind speelt veel alleen
- 8. het kind gaat voornamelijk met veel jongere of veel oudere kinderen om
Rots en Water vanaf groep 4
Rots & Water is een Nederlands programma, ontwikkeld door Freerk Ykema, dat momenteel wereldwijd wordt ingezet in de begeleiding van jongens en meisjes. Het Rots & Water programma kan worden beschouwd als een weerbaarheids-programma, maar dan één dat zich onderscheidt van andere programma’s door zijn meervoudige doelstelling en het bredere pedagogische perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid samen gaat met de ontwikkeling van positieve sociale vaardigheden.
Rots en Water heeft als doel het verbeteren van zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen, en communicatieve en sociale vaardigheden. Daarnaast zijn de preventie van geweld en van seksueel geweld, het leren maken van eigen keuzes en het leren gaan van een eigen weg belangrijke thema’s.